Ijswafel

Een ijswafel is een krokant gebakken koekje, dat wordt gebruikt ter versiering van een ijscoupe of om samen met een bolletje ijs te eten. Ze kunnen verschillende vormen hebben. De meest voorkomende is het hoorntje. Daarin wordt bijvoorbeeld een soft ijsje geserveerd. Ook ijs uit de diepvries wordt vaak in een hoorntje aangeboden. Op een ijscoupe als dessert in een restaurant wordt vaak ter versiering een waaiertje geplaatst. Ook die wordt samen met het ijs opgegeten. Een blok ijs wordt meestal tussen twee wafels gedaan om zodoende het ijs beter te kunnen vast houden en opeten.

- Ijshoorntje
- Ijsbekertje
- Ijswaaier

Als je een wafelijzer hebt, is het maken van ijswafels zo gebeurd. Wil je een hoorntje maken, dan heb je een taps toelopende vorm nodig, waar omheen je de nog warme wafel vouwt. Het wafelijzer moet niet te dikke reliëfs hebben, want dat maakt de wafel te dik om te vouwen.

Ingrediënten:

- 75 gr. boter
- 125 gr. witte basterdsuiker
- 250 ml. lauw water
- 250 gr. bloem
- mespunt kaneel
- 1 ei
- 1 zakje vanillesuiker

Bereiding:

De boter, suiker, vanillesuiker en het ei roeren tot het mengsel een crème-achtige structuur krijgt. De bloem zeven en vermengen met het kaneel. De bloem met kaneel en het lauwe water toevoegen aan het mengsel. Tijdens het toevoegen blijven roeren. Het is het beste om de bloem en het water om beurten toe te voegen aan het mengsel. Zo krijg je een mooi glad beslag.

Het ijswafelbakijzer voorverwarmen. Voor de eerste keer even invetten met wat olie. Zodra het ijswafelijzer warm is steeds een eetlepel beslag in het midden van het bakijzer gieten en bakken tot een dun en goudgeel wafeltje. Zodra het wafeltje klaar is uit het bakijzer halen en als hij nog warm is om het kegelvormig hulpstuk draaien. Zo krijg je een mooi hoorntje.

Zelf gebakken wafels smaken naar kaneel en zijn lekker zoet. Ook zijn ze lekker krokant.

IJswafels zijn in elke supermarkt te koop.