Ontvang de nieuwste updates
De nieuwste recepten
Geen recept missen?
Lente-ui
Daun bawang
Allium cepa
Allium / lente-ui
De bosui of lente-ui dankt zijn naam aan de manier waarop ze worden verkocht: in bosjes. Ze worden ook wel lente-uitjes of stengeluitjes genoemd. De bosui is eigenlijk een lente-ui die later gerooid wordt. Lente-uitjes lijken daarentegen een beetje op een mini-prei, de smaak is zacht en wordt ook wel eens vergeleken met de smaak van prei. Soms zijn ze klein en dun, soms zijn het flinke uien. Verwijder voor het gebruik het wortelvoetje en het buitenste droge vliesje. Vervolgens kunt u zowel het witte als het groene deel dwars in ringetjes of stukjes snijden. Lente-uien zijn echt vers als ze glanzend groen zijn met frisse stengels en een schone witte onderkant.
Lente-ui kan gekookt of rauw gegeten worden. Meestal vormen zij een onderdeel of vulling van meerdere groentesoorten in een gerecht. Een lente-ui wordt voornamelijk in stukjes gesneden in een gerecht verwerkt. Gerechten waarin een lente-ui wordt meegestoofd, verkrijgt een zachte uiensmaak.
Ze kunnen ook in ragfijne reepjes gesneden worden gebruikt ter garnering van salades, soepen, ragouts, vleesgerechten of eiergerechten. Lente-ui is prima geschikt in voorjaarsgerechten en smaakt goed bij kalfsvlees, vis of kip.
Lente-ui wordt veel in de Aziatische keuken gebruikt in roerbakgerechten, noedelsoep of curryschotels.
- Bos-ui
- Sla-ui
De smaak is zacht en doet een beetje aan prei denken. Rauw en in ringetjes gesneden past lente-ui prima in bijvoorbeeld salades of soepen. Maar rauwe lente-uitjes zijn ook heel smakelijk in rauwkost, gestoofde groenten, op een boterham met kaas of in een omelet.
Meegestoofd geven lente-uitjes een gerecht een lichte uiensmaak. Stoof of bak ze wél kort, want anders gaat de lekkere smaak verloren. Gestoofde lente-ui smaakt lekker in voorjaarsgroenten, eiergerechten en lichte vleessoorten, zoals kalfsvlees, kip en vis. Je kunt lente-ui zelfs als groente serveren: snijd de uitjes dan in stukjes van ca. 5 cm. en stoof deze in 3 tot 4 minuten in wat boter gaar. Daarna bestrooi je ze met wat (zee)zout.
Uit geschriften van rond 3000 v.Chr. blijkt dat de ui voor het eerst in delen van Azië (Iran-Afghanistan) werd verbouwd. Na de introductie door de Romeinen in Europa werd de ui als groente snel populair. In de dertiende eeuw was er in Londen een levendige handel en werden er zelfs geïmporteerde uien verkocht. Vanaf dat moment neemt de ui in belang toe, zowel in Europa als daarbuiten. Het loof van de uien werd afgesneden en in salades verwerkt. Dit was de voorloper van de lente-ui.
Zaai lente-uitjes in maart/april op een rijtje en dun later uit (na ongeveer 6 weken). We kunnen ook planten voortrekken en later uitplanten. Dit heeft als voordeel dat we de grond nog even goed kunnen bewerken en bemesten voor we de uitjes op hun definitieve plek zetten. Verder kunnen we zo voor een optimale plantafstand zorgen (ongeveer 10x10 cm).
Lente-uien hebben een vruchtbare bodem nodig, anders wordt het blad snel geel en komt er weinig van terecht. Gebruik mest met een hoog stikstofgehalte, bijvoorbeeld stalmest, compost met dierlijke mest, of koemestkorrels. Het kan nodig zijn om tijdens het groeiseizoen bij te mesten.
Voor het kweken van lente-uitjes, kun je zowel zaadjes als zaaiuien gebruiken. Lente-ui groeit snel, hierdoor zijn ze makkelijk zelf te kweken. Ze kunnen bovendien goed tegen lage temperaturen en hebben weinig last van ziekten en plagen. Lente-ui plant je vanaf midden februari tot midden april en vanaf begin juli.
Zowel bij de teelt met zaadjes als met zaaiuien mag de grond tijdens de kieming niet te nat worden, maar ook zeker niet te droog. Een open en zonnige plek is dus geschikt, de wind en de warmte zorgen er dan voor dat de plant en de grond niet te nat blijft.
Lente-uitjes zijn het hele jaar door te verkrijgen bij de supermarkt of de groenteboer. Lente-uitjes worden los, of in plastic folie in de koelvakken verkocht. Let er op dat het groen van je lente-uitje diepgroen is en het wit mooi wit, zonder vlekken. De bladeren mogen ook niet verwelkt of dor zijn.