Ontvang de nieuwste updates

Blijf met de updates op de hoogte!

Snijboon

Latijn

Phaseolus vulgaris

Familie / soort

Vlinderbloemigen

Kenmerken

De snijboon, een plantensoort uit de familie van de vlinderbloemigen met brede, platte peulen, waarin zich zaden, de bonen, bevinden. Ze hebben een typische bonensmaak en worden vaak gekookt gegeten. Van maart tot en met september zijn snijbonen uit eigen land verkrijgbaar.

Snijbonen zijn over het algemeen stugger dan sperziebonen. De snijboon wordt, zoals de naam al zegt, fijngesneden gegeten, om op deze manier het aroma ten volle tot zijn recht te laten komen en om zodoende de eventuele taaie draden tot korte stukjes te verknippen. Oude rassen vormen een draad doordat de rugnaad van de peul verhout, maar tegenwoordig zijn de meeste rassen draadloos.

Er is een stamvariant, de stamsnijboon en een klimmende (windende), de stoksnijboon. De stoksnijboon wordt zowel in de vollegrond als onder glas geteeld. In Nederland worden in de professionele teelt uitsluitend stoksnijbonen geteeld. Alleen de volkstuinder teelt ook stamsnijbonen.

Soorten

- Stamsnijboon
- Stoksnijboon
- Spekboon (lange ovaalronde peulen en zoeter van smaak)
- Pronkboon (ruwe huid met op buik- en rugnaad vorming van draad)

Smaak

Snijbonen hebben een typische bonensmaak. Snijbonen worden over het algemeen gekookt gegeten. De kooktijd van snijbonen is 10-15 minuten. Snijbonen komen ook goed tot hun recht in roerbak- en stoofgerechten.

Snijbonen worden ook in het zout ingemaakt, om zodoende langer bewaard te kunnen worden. Dit werd vooral in de tijd gedaan dat er geen diepvries was. Van de bonen wordt een stamppot met witte bonen gemaakt.

Herkomst

De snijboon is alleen als cultuurboon bekend. De bonen komen oorspronkelijk uit Zuid Amerika en wel uit het Andesgebergte. De oudste gevonden overblijfselen stammen uit Peru en zijn ongeveer uit 6000 voor Chr. Latere vondsten stammen uit Chili uit ongeveer 2700 voor Chr. De bonen zijn in de 16e eeuw naar Europa gebracht. Hier zijn de vele variëteiten ontstaan, die we nu kennen.

Teelt

Bonen worden pas half mei gezaaid omdat ze erg vorstgevoelig zijn. Je kunt ze zaaien in dubbele rijen met een onderlinge afstand van 30 cm. Tussen deze dubbele rijen zit dan 60 cm. (lage) of 120 cm. (hoge) afstand. Na een paar dagen is er al een worteltje en na een tweetal weken is er groen aan de oppervlakte te bespeuren. Wanneer er niet genoeg bonen opkomen, kun je op de open plekken opnieuw zaaien. Bonen houden van een plekje in de volle zon.

De bonen worden aan stokken of touw geteeld. Als stok wordt meestal een tonkinstok gebruikt, maar ook wilgenstokken zijn zeer bruikbaar. Omdat de peulen nogal vliezig kunnen worden moet er minstens drie keer per twee weken geoogst worden. Er kan meestal 10 tot 12 keer per teelt geoogst worden.

Bonen houden van een goed doorlatende grond die goed maar niet te veel water vasthoudt. Een hoog humusgehalte is goed voor de teelt. Zure grondsoorten worden minder op prijs gesteld. Compost of verse stalmest vlak voor het zaaien zijn uit den boze, net zoals stikstofmeststoffen. Als je die perse wilt aanbrengen, doe het dan ruim van tevoren, in de winter. Aan de behoefte aan stikstof wordt voldaan door de stikstofbinding uit de lucht via de wortelknolletjes.

Verkrijgbaar

Snijbonen koop je in de supermarkt of bij de groenteboer. Je kunt ze gesneden en als hele boon kopen.

Voedingswaarden van verse snijbonen ( per 100 gr. )
18
75
89,8
2
2
-
0,2
-
-
-
-
4
Vitamines van verse snijbonen ( per 100 gr. )
0,03
0,07
0,06
0,08
-
-
10
-
Mineralen van verse snijbonen ( per 100 gr. )
2
250
40
30
0,5
10
0,02
0,4